Onderzoeker & redacteur Alexander Strecker

Spotlight / Creative Spotlight
Flashpop
843840540
Beth Wachtel
mrt 1, 2019
Alexander Strecker heeft zich in de loop der tijd op veel verschillende manieren verhouden tot fotografie: beoefenaar, redacteur, recensent en curator. Nu is hij PHD‑kandidaat bij Duke University, Art History en Visual Studies. Hier deelt hij zijn gedachten over de manier waarop kunstmatige intelligentie onze wereld leert te begrijpen door middel van fotografie en hoe mensen een onmisbare rol zullen blijven vervullen in ons gebruik van dit medium, ook al zullen we niet altijd meer degene zijn die op de knop drukt.
 Geletterdheid heeft getracht om de productie van woorden bij te benen, maar visuele geletterdheid is achtergebleven bij de productie van beeld.
[Beth Wachtel]: In een essay getiteld “The Interpretation of Images: Retaining Our Humanity in the Age of Artificial Intelligence,” vergeleek je de toename van beelden met de toenemende geletterdheid, en leg je uit hoe de voorwaarden voor een lezende meerderheid zijn uitgezet. Volgens jou “kunnen we dit ‘beslissende moment’ beter niet betreuren maar de veelheid en het brede scale aan beelden dat op ons afkomt vieren.” Kun je me meer vertellen over hoe dit vorm kan krijgen?

[Alexander Strecker]: Ja, dat is mijn positieve blik op de toename van beeldproductie — meer foto’s leiden tot meer interesse voor fotografie en dat leidt tot een grotere behoefte om deze beelden te begrijpen en duiden. Maar mijn angst komt voort uit de scheefgroei tussen de explosie van beeld en ons begrip van deze beelden, een disbalans die alleen maar erger wordt. Geletterdheid heeft getracht om de productie van woorden bij te benen, maar visuele geletterdheid is achtergebleven bij de productie van beeld.

We zien de gevolgen van deze scheefgroei weerspiegeld op het gebied van kunstmatige intelligentie, neem bijvoorbeeld gezichtsherkenning (AI in combinatie met potretten). Zelfs de meest recente technologieën op dit gebied zijn veel minder geschikt voor het herkennen van gezichten van vrouwen en mensen met een donkere huidskleur. Dit probleem is terug te voeren naar de eerste kleurenfilms die ook moeite hadden met het verwerken van donkere huidskleur. Dit is een langdurend probleem binnen beeldproductie en beeldduiding dat vandaag de dag nog heerst.

Maar in tegenstelling tot kleurenfilm, kan gezichtsherkenning verregaande gevolgen hebben, soms op leven en dood. Stelt u zich bijvoorbeeld voor dat deze gebrekkige technologie wordt gebruikt in een zelfrijdende auto. Als het een auto niet lukt om een bestuurder met donkere huidskleur te herkennen als een mens, zal het niet aarzelen wanneer het een keuze moet maken.
Ik zou artistieke fotografen willen zeggen — wees niet bang. We zullen altijd op zoek blijven naar menselijk talent. AI wordt steeds belangrijker, maar onze honger naar mooie foto’s zal blijven bestaan.
[BW]: Kan je iets meer vertellen over de razendsnelle toename van AI beeldtechnologieën — op welke vlakken worden door de computer gegenereerde beelden toegepast en welke rol zullen menselijke fotografen in de toekomst spelen?

​[AS]: Zoals we allemaal weten, is AI heel dichtbij. AI wordt of is al toegepast op gebieden zo breed als de productie van video’s, transport, medicijnen, beveiliging, mode, oorlogsvoering, cosmetica, etc. De toepassing van AI tools binnen ieder van deze domeinen heeft enorme beloftes waargemaakt en onbekend terrein verkend. Maar er is sprake van een tweedeling, er zijn twee gevaren. De eerste is om AI vanuit angst helemaal op te geven. Het tweede gevaar is om AI voor te doen als een “zwarte doos” en te behandelen als iets dat we niet kunnen begrijpen. Wanneer we dat doen, geven we onze verantwoordelijkheid uit handen.
 
In plaats van ons over te geven aan angst of onwetendheid, is er nog een derde manier om met AI om te gaan, en dat is deze techniek te begrijpen. Als we de processen rondom AI iets zouden vertragen, zouden we ons kunnen toeleggen op de manieren waarop AI kan en zou moeten functioneren. En dat is waar fotografie bij komt kijken. Zelfs als mensen niet op de knop drukken, is het fotografie, of mensen die fotografie kunnen uitleggen, die een grote rol zouden moeten spelen in de manier waarop AI de wereld ziet en interpreteert. Tenslotte moeten we er ons bewust van zijn dat wij bepalen onder welke voorwaarden AI wordt ingezet — en dat wij verantwoordelijk zijn voor de uitkomst.

Ik voor zie eenzelfde ontwikkeling met AI en computertechnologie als we met fotografie hadden in de vroege stadia van het medium.  Kijk maar naar de 19e eeuw: een nieuwe beeldtechnologie bereikt de wereld en wordt bekeken met een mengeling van verwondering, achterdocht en angst. Daarop volgde de acceptatie van de onontkoombaarheid en objectiviteit van het medium, de blik van de machine die niet werd bevraagd. Uiteindelijk hebben we ons gerealiseerd dat geen enkele machine neutraal is en dat mensen nog steeds een grote rol spelen. In plaats van deze geschiedenis te herhalen, kunnen we het deze keer beter doen.

Ik zou artistieke fotografen willen zeggen — wees niet bang. We zullen altijd op zoek blijven naar menselijk talent. AI wordt steeds belangrijker, maar onze honger naar mooie foto’s zal blijven bestaan. Ons verlangen om op zoek te gaan naar manieren om onszelf te uiten en de expressie van anderen te eren, zal niet verdwijnen. In de basis houden we ervan onze ervaringen vast te leggen, zelfs als we vervolgens nauwelijks naar dat materiaal kijken.
Ik moet denken aan alle beelden die we vandaag de dag zien van mensen die zijn gemarginaliseerd, mensen wiens visie nooit werd gezien. Instagram is een ongelofelijk krachtig platform gebleken voor de emancipatie van precies die groepen door middel van beeldcreatie en visuele bevestiging.
[BW]: En wat is je visie op de algemene trends binnen (menselijke) fotografie? Zo wordt er bijvoorbeeld gepraat over millennials’ en generatie Z die terugkeren naar analoge methoden. Zijn er nog meer ontwikkelingen die jou zijn opgevallen?

[AS]: Een van de grootste trends van de afgelopen jaren is de toename van bijzonder persoonlijke vormen van storytelling. De mythe van de objectiviteit van fotografie is dood en daarmee ook de notie van een enkele, autoritaire blik. Zo ontstaan er meer mogelijkheden voor verschillende perspectieven op de wereld. Ik moet denken aan alle beelden die we vandaag de dag zien van mensen die zijn gemarginaliseerd, mensen wiens visie nooit werd gezien. Instagram is een ongelofelijk krachtig platform gebleken voor de emancipatie van precies die groepen door middel van beeldcreatie en visuele bevestiging.

Maar ik denk ook aan de interessante ontwikkelingen op het gebied van amateurfotografie. Daarin zie ik een wens voor een terugkeer naar authenticiteit en ik denk ook dat mensen klaar zijn met performances. Zo hebben veel tieners twee Instagram‑accounts — een publieke en een geheime account (of onechte “Finstagram”) die ze alleen tonen aan hun meest dierbare vrienden. Kijk maar naar de populariteit van Snapchat‑achtige stories, die 24 na uploaden verdwijnen, nu beschikbaar op veel social media platforms. Deze vorm bevrijdt de gebruiker van een permanent logboek van hun visuele prestaties. Of denk aan hoe we nu tien keer zo veel beelden één op één uitwisselen, zoals op Whatsapp, in plaats van beelden te posten op publieke platforms. Dat betekent dat het tien maal zo waarschijnlijk is dat we een beeld privé delen dan het met de rest van de wereld te delen. Daaruit trek ik de conclusie dat we het zat zijn om te moeten voldoen aan bepaalde idealen. We blijven foto’s maken, maar de manier waarop die beelden in de toekomst circuleren is me nog niet duidelijk. Ik ben daar ontzettend benieuwd naar.

Alexander Strecker is een PhD‑kandidaat bij Duke University, de afdeling Art, Art History en Visual Studies.
Fotografen, Bell Collective